Heiligschennis of een ode aan Bach?
Caspar van der Vinne heeft een diep respect voor Johann Sebastian Bach. Je hebt Bach en dan een hele tijd niets. En dán misschien Mozart, Schubert en de anderen. In de loop van 2024 heeft Caspar van der Vinne aria’s en arioso’s uit de Matthäus Passion van deze grote componist bewerkt voor vierstemmig koor en klein instrumentaal ensemble. Hij noemde dat project ‘Bach all’Aria’. Waarom heeft hij die uitdaging opgepakt?
Caspar van der Vinne: “Het project ‘Bach all’Aria’ is ontstaan uit nieuwsgierigheid. Ik arrangeerde al vele klassieke liederen voor vierstemmig koor. Vervolgens kwam ik op de vraag: “Laten aria’s zich ook arrangeren”? En dááruit voortvloeiend: “Kan dat dan ook met Bach aria’s”? Natuurlijk kwam ik ook vragen tegen als: “Kan of mag dit wel? Is dit geen heiligschennis? Wat zou Bach ervan vinden?”
Het arrangeren van Bach’s aria’s laat zich vergelijken met het oplossen van een harmonische sudoku. Per tel, per halve of hele maat.
Ik hanteerde hierbij de regels van het, door Bach zo geliefde, contrapunt en bleef hiermee zo dicht mogelijk bij de kleuren en harmonieën van Bach, met als gevolg dat het bij voortduring rijk en warm klinkt. Koorzingen als kunstvorm”.
Beschouwende teksten
De teksten van de aria’s leveren vanuit menselijk perspectief commentaar op het passieverhaal en hebben daardoor een reflectief karakter. Het mooie is dat de teksten van de aria’s, op verzoek van Bach, speciaal geschreven zijn om de menselijke emoties in het verhaal te volgen, te duiden en te belichten. Van mens tot mens. Dat maakt dat die teksten juist heel geschikt zijn om ook door koor gezongen te worden.
De teksten beschrijven waar de gebeurtenissen van het passieverhaal ons emotioneel raken.